zaterdag 30 maart 2013

Artikel uit de Volkskrant




Reportage: Discriminatie in Hongarije
Daniel Rosenthal

'Bezem staat klaar voor de Roma'

Leerlingen op 't plein van Magister, een school in Tiszavasvari die alleen door Roma wordt bezocht.

Twee leden van de burgerwacht patrouilleren 's nachts, vooral tegen de 'zigeunercriminaliteit'.
Afkeer van zigeuners wordt hardop geuit in het stadje van de racistische Jobbik. Maar hoe erg is
de praktijk?

Jozsef Gyorgy zit bij de halte op zijn bus te wachten. 'Wat er hier zoal te beleven valt?' De
gepensioneerde imker moet even nadenken: 'Wel, je zou een zigeunermeisje kunnen kopen.'
Gyorgy houdt niet van Roma, zoveel is duidelijk. En hij is niet de enige in Tiszavasvari, een stadje in het noordoosten van Hongarije. Drie tienermeisjes die net van school komen, klagen dat er zonet een
zigeunerjongen op hen heeft gespuwd. Een studente bosbeheer verduidelijkt: 'De niet-Roma houden
niet van de Roma en daarvoor hebben ze hun redenen.' Bij de groentenwinkel op de hoek mogen de Roma niet eens meer naar binnen. De verder sympathieke uitbaatster heeft een bezem klaar staan om ze weg te jagen. Er is hier al genoeg gestolen, klaagt ze. Naast haar maakt een man een maaiende beweging met zijn armen. Het probleem kan alleen met een kalasjnikov of een uzi worden opgelost, lacht hij. Het is niet voor niets dat Tiszavasari de hoofdstad van Jobbik wordt genoemd. De
extreem-rechtse partij is berucht om zijn racistische standpunten. Met een uitgesproken
nationalistisch programma haalde de partij bij de laatste parlementsverkiezingen bijna 17
procent van de stemmen. In Tiszavasvari deed ze het nog beter. Sinds de gemeenteraadsverkiezingen van 2010 is ze de eerste en enige Hongaarse stad met een Jobbik burgemeester. Het bleek geen
toevalstreffer. In oktober vorig jaar werd Erik Fulop bij tussentijdse verkiezingen met veelzeggend
gemak herkozen. Voor de Roma van Tiszavasvari voorspelde dat niet veel goeds. De strijd tegen 'zigeunermisdaad' is een van de hoofdpunten in het programma van Jobbik. Vooral in het arme noordoosten van Hongarije werden Roma de afgelopen jaren geïntimideerd door aan de partij gelieerde paramilitaire groepen. Maar in Tiszavasvari is er van die radicale retoriek weinig te merken. Tussen woorden en daden blijkt een hemelsbreed verschil te liggen. Een door burgemeester Fulop opgerichte 'gendarmerie' is alweer verdwenen. Er patrouilleert 's nachts een burgerwacht, maar die werd al meer dan twintig jaar geleden opgericht. De straatvegende Roma blijken weinig last van Jobbik te hebben. Ze maken gebruik van een regeringsprogramma, waardoor werklozen wat extra kunnen verdienen.
Wel in overvloed aanwezig zijn overheidsborden met verwijzingen naar Europese subsidies, toch wel
raar voor een partij die de Europese Unie wil verlaten. Vorig jaar werd tijdens een Jobbikbetoging nog een Europese vlag verbrand. 'Ja, de Europese Unie vormt een bedreiging voor onze identiteit,' bevestigt
locoburgemeester Ibolya Sipos, 'maar die subsidies zijn welkom.' Om in Tiszavasvari sporen van
Jobbik te vinden, moet je naar het kabinet van de - zieke - burgemeester. Daarin vind je behalve een portret van de stichter - 'getekend door mijn dochter', vertelt Sipos trots - en de partijvlag
ook de Arpad-vlag, die tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt door de beruchte Pijlenkruisers.
Zusterstad in Iran
Nog het meest tot de verbeelding spreekt een sierbord in de kast. Het is een cadeau van de
burgemeester van Ardabil, sinds vorig jaar de eerste zusterstad van Tiszavasvari. Waarom voor Iran
werd geopteerd, laat zich raden. Jobbik-leider Gabor Vona is een bewonderaar van de Iraanse leider
Ahmadinejad. Diens uitvallen tegen Israël passen in de antisemitische retoriek van Jobbik. Sipos, een gedienstige dame, verdedigt de keuze voor Ardibil. Maar haar radicalisme verdwijnt, zodra de Roma ter sprake komen. Voor een aanhangster van Jobbik komt ze opvallend verzoenend over. Criminaliteit is er echter te over in Tiszavasvari. In 2006 werd een onderwijzer in een dorp in de omgeving door woedende Roma doodgeslagen nadat hij een kind had aangereden. Drie jaar later werd een Roma in koelen bloede vermoord, wellicht uit wraak. Sindsdien zijn zware misdrijven uitgebleven, maar de problemen zijn niet helemaal verdwenen. De ethnische Hongaren klagen dat de groenten uit hun moestuin worden gestolen. De dieven worden steevast in de twee zigeunerwijken gezocht. Armoede is er troef. In veel huizen zijn de ramen dichtgeplakt met plastic. Overal slingert afval rond. Verbetering zit er niet in. Bijna alle bewoners leven er van de kinderbijslag. Een gezin met acht kinderen mag rekenen op ongeveer 1.000 euro per maand. Het heeft ervoor gezorgd dat zigeunermeisjes op steeds jongere leeftijd zwanger worden. Van een kinderzwangerschap kijkt in Tiszavasvari niemand op. De
demografische gevolgen laten zich raden. Voorlopig telt Tiszavasvari amper drieduizend zigeuners (op
een totaal van 15.000 inwoners), maar als de geboortecijfers van de Roma niet snel naar beneden
gaan, zullen de ethnische Hongaren binnen afzienbare tijd in de minderheid zijn. Voor de rest
van Hongarije dreigt hetzelfde. Officieel telt de EU-lidstaat 8  procent Roma, maar in werkelijkheid zouden ze met veel meer zijn. 'Door de andere partijen is het probleem jarenlang onder het tapijt
geveegd', klaagt Sipos. Maar zelf heeft ze ook geen kant-en-klare oplossing. 'Misschien moeten we
de kinderbijslag beperken tot drie kinderen.' Maar het belangrijkste vindt ze onderwijs. 'Alleen dan
kunnen we gelukkig samenleven, wanneer de Roma de elementaire samenlevingsregels respecteren.'
Zelf draagt Sipos haar steentje bij. Twee dagen per week geeft ze les op Magister, een school die alleen
door Roma wordt bezocht. Ook de moeder van de burgemeester werkt er, al 36 jaar lang. 'Kinderen zijn kinderen', zegt ze, wanneer Sipos even gedag komt zeggen. Op tafel ligt een boekje met verhalen uit de Roma-cultuur. Volgens Sipos is het grootste probleem motivatie. Slechts een paar leerlingen halen de middelbare school. Van de ouders komt weinig steun. Dat is te merken in de klas. Zodra
Sipos haar klas binnenstapt, breekt een hels kabaal los. Ze slaagt er niet in de gemoederen tot bedaren
te brengen. Enkele jongens weigeren te gaan zitten. Maar over hun juf ze niets dan goeds. Een
van de grootste belhamels: 'Ze is een goed meisje en ze houdt van zigeuners.' Ibolya Sipos locoburgemeester voor Jobbik, die toch twee dagen lesgeeft aan Roma-kinderen
© de Volkskrant vrijdag 29 maart 2013



Geen opmerkingen:

Een reactie posten