zondag 26 januari 2014

Artikel uit de Volkskrant


MIRJAM BOSGRAAF
 − 25/01/14, 00:00
De Jans(s)ens gaan een kopje koffie drinken in Australië. Op de fiets. Het geeft niet dat er in Roemenië amper campings zijn, merken ze, want zo gastvrij als daar tref je de mensen zelden.
Hij werd na 22 jaar trouwe dienst bij een architectenbureau ontslagen, het bedrijf waar zij werkte ging failliet. En na wel honderd vergeefse sollicitatiebrieven besloten Ellis Jansen (49) en Willem Janssen (56) om iets te gaan doen wat ze altijd al wilden. Zoals Ellis het zegt: 'Even een koppie koffie drinken bij mijn broertje in Australië.' Op de fiets. En dan via Duitsland, Oost-Europa, de 'Stanlanden' (eindigend op -stan), China, Hongkong en Zuidoost-Azië. Een reis waar ze al jaren geld voor opzij hadden gelegd. 'We zien wel of we ooit nog terugkomen.' De Jans(s)ens vertrokken in juni 2013 en zitten nu in Zuidwest-China, in Kaiyuan.

In China ben je tenminste nog echt een vreemdeling
Ellis Jansen: 'Het klinkt vreemd, maar ik geloof dat hier in Kaiyuan nog nooit blanken zijn geweest. We moeten telkens met iedereen op de foto. En als je hier gaat couchsurfen, word je elke avond wel ergens voor karaoke met taart uitgenodigd. Dan komen er neven, nichten en vrienden toevallig langs om je te komen bekijken. Gisteren heeft de leraar waar we logeerden ons aan zijn klas kinderen geshowd. Er ging een schokgolf door de klas.'

Geen land zo gastvrij als Roemenië
'De Roemenen vinden het echt vreselijk dat ze in Nederland zo'n slechte naam hebben. Ze zijn zich daar erg van bewust. We zijn in Roemenië zo hartelijk ontvangen. Er zijn geen campings, niks, maar dat was geen enkel probleem. Er was altijd wel een slaapkamer voor ons over of een schuurtje achter het huis. En dan kreeg je ook nog kersen of pruimen mee voor de volgende dag. Er zijn dagen dat we geen euro hebben uitgegeven.

'We zeiden vaak tegen elkaar: dit moeten we thuis niet vergeten, hoe blij je mensen maakt met een kop thee of een bedje. Het is onze ervaring dat de mensen die het minst hebben het meest geven.'

VRESELIJK ZWAAR, MAAR OOK EEN FANTASTISCHE FIETSWEG: DE PAMIR HIGHWAY
'Letterlijk een hoge weg, die grotendeels door de Stanlanden loopt, Afghanistan, Oezbekistan, Tadzjikistan, Kirgizië. Zo desolaat. Er is niks. Alleen rotsen, ravijnen, riviertjes en bergen. Rode bergen, bruine bergen, grijze bergen, roodbruine bergen, grijsbruine, roodgrijze bergen. En een stralend blauwe hemel. Op de fiets kwamen we vaak maar één gammele truck op een dag tegen en verder niemand. Als er ergens een winkeltje was, moest je meteen groot inslaan, vijgen, noten, droge noedels en blikjes doperwten, anders red je het niet op de fiets.

'Ook onmisbaar in dit soort gebieden: een waterfilter, om drinkwater in de ijskoude rivier te kunnen filteren.'

Ook zo'n monster: de Transfagarasan
'Ooit nog in opdracht van Ceau¿escu aangelegd. We kenden de weg uit Top Gear. De ideale fietsweg, ha ha. Steil, hoog, loodzwaar, smal en met een heel lint aan haarspeldbochten. Niet ongevaarlijk op de fiets, ook al omdat er zo veel motorrijders langsrazen. Hier kwamen de zijspiegels en helmen, die we eerst vanwege sufheid niet op wilden, toch wel heel goed van pas. En mijn hydraulische remmen ook. Daarmee knijp je bij een afdaling je handen niet zo stuk.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten