Reisverslag van Haye Nicolay, meerdere malen in Roemenië geweest, en Hans van Herk, voor de eerste keer, naar Roemenië van 8 dec. tem 11 dec.2014
Om vier vertrokken wij met een grote Mercedes-transit bus met aanhanger richting Roemenië. De bus en aanhanger, die wij moesten afleveren op de boerderij in Marghita, waren volgeladen met dozen kleding, een aantal keukenstoelen en dozen met sultana’s. De kleding ging naar een depot van de Europa Zending in Oradea, alwaar deze zouden worden opgehaald door Janos Banya, baptisten voorganger in Oradea en Tileçus. De stoelen en de dozen met sultana’s zouden worden afgeleverd bij de domineesweduwe Katy Lugosi in Artánd bij de Hongaarse-Roemeense grens, alwaar zij inwoont bij haar zoon en schoondochter met twee kleine kinderen. Deze familie ken ik, Haye, al meer dan 25 jaar vanwege eerdere hulpverleningen en activiteiten. De reis liep voorspoedig op een paar kleine files na. Om 20.30 uur arriveerden wij bij het Paprika-hotel aan de Hongaarse grens. Aldaar troffen wij eerst Siem Vertelman en Harm Veld die met hun vrachtwagen een half uur eerder waren aangekomen. Zij waren net na middernacht vertrokken uit Heerhugowaard en moesten via Tsjechië rijden omdat het in Oostenrijk die dag verboden was met vrachtauto’s te rijden. Jaap Koning en Nico Erensperger kwamen net als Jelle van Dijk en Gerrit de Boer wat later aan in verband met wat perikel aan de grens met Tsjechië. Elk koppel met een vrachtwagen vol met kerstpakketten en andere goederen zoals zeer goed uitziende gebruikte hotelbedden. Alles moest worden afgeleverd op de bekende steunpunten van St.Promotie in Roemenië.
Na een goede nachtrust die soms enigszins werd verstoord door wat onnodig hinderlijk gedrag van mijn mede-kamerbewoner konden wij na een goed ontbijt richting Artánd rijden, alwaar wij rond 15.00 uur aankwamen en de goederen konden afleveren. De stoelen, die kennelijk zeer node waren, werden onmiddellijk door hen en uiteraard ook door ons in gebruik genomen. Een maaltijd konden wij niet afslaan, want dat hoort namelijk bij de meeste ontmoetingen in de voormalige Oostbloklanden. Ook de dozen met sultana’s en een kerstpakket werd met veel dankbaarheid in ontvangst genomen. De dozen met sultana’s zouden in de loop van de tijd worden gegeven aan de kinderen van de plaatselijke school, alwaar de schoondochter onderwijzeres was. Na anderhalf uur werd vertrokken richting Oradea. Nadat wij bij de grens een controle van de douane en kort na de grens nog eens een politiecontrole, die overigens beide zonder problemen verliepen, hadden doorstaan kwamen wij bij ons losadres aan. Helaas wilden de beheerders van dit losadres onze dozen met kleding niet ontvangst nemen. Ondanks de goede afspraken en voorbereidingen om aldaar te mogen lossen ging het niet door. Goed het zij zo, dus wij hebben alles maar gewoon meegenomen naar de boerderij. Jammer voor de dominee, die moet nu een stuk verder rijden om ze op te halen.
Bij de boerderij aangekomen werden wij voor de verdere overnachtingen naar Chet gebracht. Aldaar werden wij hartelijk ontvangen door dominee Pál Mike en door Siem en Harm die ook de nacht daar zouden doorbrengen. Een goede maaltijd deed ons goed. Siem en Harm zouden de volgende dag weer vroeg vertrekken om hun laatste kerstpakketten af te leveren bij Domien Timmer en zijn vrouw Inci in Sâlard. De overige pakketten en goederen hadden zij al gelost op de boerderij.
De volgende dag kwam de nieuwe bedrijfsleider van de boerderij Attila Borsi samen met een medewerker van een inklaringskantoor naar ons en controleerden de papieren van de auto en aanhanger die wij hadden meegenomen. Zij waren zeer enthousiast met deze auto en aanhanger. Het zag er allemaal geweldig uit. Die ochtend hadden wij eerst een bezichtiging in de kleuterschool, waar Pál zijn vrouw onderwijzer was, de lagere school, die op de 1e verdieping Roemeense scholieren herbergden en op de begane grond de scholieren van Hongaarse origine. Typisch, raar maar toch er werd les gegeven zonder problemen, alleen…….. de enkele jaren geleden door de regering gerestaureerde school had node dringend behoefte aan schoolmeubelen en meer van dergelijke materialen. Hierna bezochten wij de na- en voorschoolse opvang in het dorp. Een paar jaar geleden werden deze lokalen door onze stichting vanuit Nederland naar dit dorp vervoerd. Een uitkomst voor de leerlingen. Thuis hun huiswerk te doen is geen optie vandaar deze lokalen. Met behulp van leermoeders kunnen deze kinderen, waar in 1e instantie geen toekomstmogelijkheden voor waren omdat zij niet konden studeren in die zigeunerhutjes, nu hun nivo toch hoger krijgen. Een zeer goed initiatief van de plaatselijke kerk met hulp vanuit Nederland, onder andere onze stichting.
Hierna werd de plaatselijke zigeunerkolonie bezocht. Wat een armoe en hopeloze toestand. Een jong gezinnetje op het eind van deze kolonie brachten wij een bezoek. Een armetierig hutje, waarin in de enigste kamer een tweepersoonsbed, een kacheltje en een tv stond. De nog zeer jonge vader, rond de 20 jaar, had geen werk omdat hij niet de 8 klassen had doorlopen, maar slechts 6 klassen. Zal dus voorlopig geen werk kunnen vinden. Te laag opgeleid. De jongere moeder was in verwachting van het tweede kindje. Op de arm droeg zij een kind van net een jaar. Het zal ons niet verbazen dat er nog meerdere kinderen volgen. Allemaal verwekt, geboren en alles in het bijzijn van de anderen. Pál, de dominee, was en is gelukkig een dominee die met beide benen in de drek staat,zich dar niet voor schaamt en een hart heeft voor anderen net als vele gemeenteleden van zijn kerk, anders zouden wij niet weten hoe dit verder moet. Gelukkig dat zij een deze dagen ook worden voorzien van een kerstpakket en hopelijk nog wat meer. Op de boerderij kregen wij een rondleiding van Attila en Pál.
De vele vragen die wij hadden werden moeiteloos door hen beantwoord. De arbeiders waren bezig de laatste aardappelen machinaal te sorteren en de voorraad nog aanwezige graan zag er goed uit. Het vochtpercentage was niet te hoog en de prijs was stijgende. Nog even speculeren hopende op een betere prijs.
In de kassen stonden de kroppen sla er nog voor.
Na de lunch vertrokken wij naar Ciseau, iets meer dan een uur rijden, voor een verzocht bezoek aan de zoon van de domineesweduwe in Artánd. Daniel Lugosi, die aldaar dominee is en zijn vrouw Anikó die onderwijzeres is in Salau, ken ik, Haye, van eerdere bezoeken aan hun inmiddels overleden vader. Zelf hebben zij ongeveer 15 jaar geleden ons eenmaal bezocht en waren zij ook op een zondag te gast in onze kerk. Dus de ontvangst was heel hartelijk. Elke dag gaat zij met hun twee kinderen naar haar school, die ongeveer 20 kilometer verwijderd van hun pastorie. Zijn moeder had mij verzocht om bij hen langs te gaan. Zij hadden dringend hulp nodig voor het inrichten van een nog te restaureren verenigingsgebouw bij hun kerk. Wij werden hartelijk ontvangen in de pastorie, maar kort na onze ontmoeting viel het licht uit en bij kaarslicht konden wij toch onze gesprekken voeren. Schoolmeubilair, stoelen en tafels was hun verzoek of onze stichting zou kunnen leveren aan hun gemeente. Uiteraard zijn hierin geen toestemmingen dan wel verwachtingen gedaan. Overleg met het bestuur zou eerst plaats moeten vinden. Na ongeveer drie kwartier ging het licht weer aan. De bezichtiging van het te restaureren gebouwtje gebeurde in het donker. De zaklampen die wij mee hadden maakten gelukkig wat licht in het donker. Een armetierig gebouwtje, maar goed over een half jaar zal het misschien er wat beter uitzien. Kunnen de kinderen van de zomerse vakantieweek toch nog wat vertier in hebben.
De volgende dag, de laatste dag van ons bezoek, gingen wij naar de familie Timmer van stichting Goud in Sâlard. Een geweldig ontvangst door Domien en zijn Roemeense vrouw Inci samen met hun zwager en schoonzus. Terwijl Domien en Inci uitleg gaven over hun project mochten wij genieten van een goedgevulde tafel met broodjes en lekkere koffie. Het smaakte uitstekend. Evangelisatie, naschoolse opvang en kinderkampen was hun roeping en hoofddoel. Uiteraard met steun vanuit Nederland.
Hierna laadden wij samen met hun 30 kerstpakketten in hun aanwagen en vertrokken richting een dorpje in de buurt alwaar Attila, een plaatselijke baptistenvoorganger ons afwachtte. Met hem werden drie gezinnen bezocht. Het leek wel of de tijd hier had stilgestaan in twee van deze gezinnen.
Het eerste gezin, waar in een door een stichting uit Ulft ondersteund gebouwtje, een moeder met een paar kinderen verbleven, hadden het heel arm. Door schoenen voor een fabriek in elkaar te naaien hadden zij nog wat verdienste. Zij hadden het wel arm maar het zag er netjes en voor hun begrippen schoon uit. In het krotje van het tweede gezin, vader, moeder met hun 25 jarige dochter, allen geestelijk gehandicapt, was het niet om aan te zien. Het was smerig en lag vol met troep. Waar zij moesten slapen, we moesten het maar raden. Een gesprek en wat aandacht en het in ontvangst nemen van een pakket was het enige wat daar kon worden gedaan. Bij het derde gezin aangekomen bleek de vader, die zomers koeienherder is, niet aanwezig. Ook zijn 13- en 10 jarige zoon waren niet aanwezig. De moeder had al een behoorlijke poos geleden het gezin verlaten. Waar ze is weten we niet, maar het was echt een mannelijke huishouding in dit huis. Ellende en ellende, niet te beschrijven. Gelukkig dat de kerken nog naar hen omziet, de regering had het al een tijd geleden hun taken versaagd. Een kerstpakket werd in het hutje achtergelaten.
Daar wij die middag nog het vliegtuig van Debrecen naar Eindhoven moesten halen, zijn wij na deze drie gezinnen gestopt met het bezoeken en uitdelen van de kerstpakketten. Er is nog een groot aantal gezinnen die in dezelfde ellende zitten en waar mogelijk worden deze nog voor de kerst bezocht en voorzien van een kerstpakket.
Op de boerderij aangekomen hebben wij de bus overgedragen en werden wij door Emre, een van de steunpilaren op dit project,meer dan op tijd naar het vliegveld in Debrecen gebracht. Gelukkig maar, want Hans had kennelijk zoals de douane- en politie deden veronderstellen, bij hem in zijn bagage een mes aangetroffen, die niet aan de juiste afmetingen voldeed. Hans werd ondervraagd, zijn gegevens, zelfs die van zijn jaren overleden moeder moesten zij weten, werden genoteerd en na bijna 1 uur moest hij zonder zijn mes in ontvangst te nemen vele formulieren onderteken, waarna wij naar de vertrekhal konden gaan. Hans zijn blijdschap, volgens zijn mening geen bekeuring gekregen, was van korte duur. Hij moest toch een bekeuring betalen van 5000 forint, een bedrag van ruim 16 euro. Kan later nog via internetbankieren betaald worden.
Al met al was het een enerverende reis.
Hier de link naar meer foto's
Geen opmerkingen:
Een reactie posten