dinsdag 3 december 2013

Een lezenswaardig artikel uit de Volkskrant

Van zwart goud naar bankroet
VAN ONZE CORRESPONDENT JAN HUNIN − 03/12/13, 00:00
Aninoasa was ooit een van de rijkste steden van Roemenië vanwege de kolenmijn. Nu die dicht is, hebben zelfs de honden er geen toekomst meer.

ANINOASA - Gigi Pusca spant zijn boog, concentreert zich heel even, en schiet. De pijl zoeft recht naar de roos van de schietschijf enkele tientallen meters verderop. 'De kunst is om niet te bewegen', vertelt Pusca. Nog vier pijlen volgen. Op een haar na treffen ze het middelpunt van de roos. 'Wow', zeggen twee jongens die de demonstratie hebben bijgewoond. Maar Pusca is niet tevreden. 'For me it's not good', zegt hij in gebroken Engels.

Misschien valt dat in zijn geval te begrijpen. Pusca is trainer bij CS Minerul Aninoasa, een van de beste boogschuttersclubs van Roemenië. De trofeëenkast is er een om u tegen te zeggen. In het clublokaal bladert Pusca door een oud fotoalbum. De geschiedenis van de club gaat terug tot 1963, toen een van de inwoners van het stadje het grote lot won. Hij besloot van het geld twee bogen te kopen.

Dat was in een tijd dat Aninoasa tot de rijkste steden van het land behoorde, een status die het te danken had aan zijn zwarte goud. De stad ligt in de Jiu-vallei, het belangrijkste mijnbouwgebied van Roemenië. Van overal in het land kwamen mensen naar Aninoasa om in de mijn te werken.



Vandaag is de omgekeerde beweging aan de gang. De meeste inwoners doen hun uiterste best om zo snel mogelijk uit Aninoasa te vertrekken. Het tegen een berg gelegen stadje telt nog amper vierduizend inwoners, een derde minder dan tien jaar geleden.

Dat kan ook moeilijk anders. Sinds de kolenmijn in 2006 dichtging, is er geen werk meer in het stadje. Een poging om het complex een nieuwe functie te geven, mislukte. Alleen de schachttoren mag nog gezien worden; de rest van de gebouwen staat er vervallen bij. Boven op de watertoren groeien struiken.

Wie geluk heeft, vond werk in een van de mijnen in de buurt, maar ook dat is tijdelijk. De mijnbouw is allang niet meer winstgevend in de Jiu-vallei. Om de hoogste nood te lenigen, deelt de Europese Unie voedselpakketten uit. Wie zonder werk zit, heeft recht op drie kilogram suiker, zes liter olie en acht kilogram bloem.

Je zou van minder depressief worden. 'Vertel me eens wat hier mooi is', vraagt een van de postbeambtes. Volgens een jongen die zich 50 Cent noemt - zoals de Amerikaanse rapper heeft hij zijn baseballpet scheef op zijn hoofd gezet - zijn dat in deze 'fucking town' alleen de meisjes. Hij wijst ze een voor een aan: 'Miss Universe, Miss Galaxy en Miss Romania'. De betrokkenen staan er beteuterd bij. Hun Engels is niet zo goed.

Zelfs voor de loslopende honden is er geen toekomst meer in Aninoasa. Sind vorige maand hebben de gemeentebesturen het recht hen af te maken. Een van de volgende dagen zullen ze worden opgehaald.

En zo kon het gebeuren dat de stad die ooit tot de rijkste van Roemenie behoorde verwerd tot paria. Vorig jaar besliste de electriciteitsmaatschappij om de stroom af te zetten. De rekening was al maanden niet betaald. De stad zat opeens in het donker.

En toen vond burgemeester Nicolae Dunca dat het mooi geweest was. In juni van dit jaar verklaarde hij zijn stad bankroet - een maand voor het Amerikaanse Detroit. Dunca zorgde daarmee voor een primeur in Roemenië.

In zijn bureau, een sober kamertje in een nog soberder gebouwtje, legt de burgemeester uit hoe het zover heeft kunnen komen: 'We hadden 9,3 miljoen lei schulden.' Achter hem staan naast de vlag van Roemenië de vlaggen van de NAVO en de Europese Unie. Ook in Aninoasa onderstrepen ze graag dat ze tot het Westen behoren.

Amper een paar jaar geleden zou die schuld, omgerekend ongeveer 2 miljoen euro, niet onoverkomelijk zijn geweest. Met de hulp van bevriende politici konden alle tekorten zonder problemen worden aangevuld. Dunca is tenslotte een partijgenoot van premier Victor Ponta.

Maar de tijden zijn veranderd in het door een zware economische crisis geplaagde Roemenië. In ruil voor een noodlening eiste het Internationaal Monetair Fonds meer verantwoordelijkheidszin. Het moest maar eens uit zijn met die cadeautjes uit Boekarest.

Het probleem werd op zijn Roemeens aangepakt. Dankzij het faillissement hoeft de stad geen leningen meer af te betalen. Ook de straatverlichting doet het weer. Toen de watermaatschappij het water wilde afsluiten, greep de rechter onmiddellijk in. Failliete gemeenten hebben een beschermd statuut.

Het werkt aanstekelijk. Negentien gemeenten hebben ondertussen het voorbeeld van Aninoasa gevolgd. En ze zullen niet de laatsten zijn. Eigenlijk hebben we het beter nu, bekent Simion Cîrstean, de secretaris van het stadje. Cîrstean is een van de weinigen die nog in het stadje gelooft. Eerder dit jaar gaf hij zijn werk als jurist op om secretaris te worden in zijn geboortestad. Vlakbij het stadhuis is hij zijn nieuwe huis aan het opknappen. Zijn moeder werkt in Spanje, ze stuurt af en toe geld op.

Een paar huizen verderop woont Vasile Tama¿, de oprichter van de boogschuttersclub. Met de pers wil hij niet spreken. Hij is bang dat zijn boog gestolen wordt. Maar een van zijn oud-leerlingen weet al wat hij zou zeggen: 'Vroeger was alles beter'.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten